zaterdag 27 februari 2016

Alle cake op een stokje

"On n'a pas tous les jours vingt ans", zegt mijn oma altijd met zo'n zweem van nostalgie in haar nog betrekkelijk vitale ogen, dat ik veel te veel van dat 20-worden verwachtte.

Afgelopen maandag was deze veelbesproken dag dan eindelijk aangebroken en bleek ik hem grotendeels te besteden aan microbiologie, economie en het slagveld in de keuken op ruimen. Mijn oma had kennelijk een boeiender leven dan ik. 

Gelukkig is er nog mijn goede vriend Oven, die me op dagen als deze nooit in de steek zou laten en dankzij wie de dag waarop ik 20 werd, nu voor altijd in mijn geheugen gegrift is als de dag waarop ik zoveel verschillende dingen bakte en wanhopig in mijn diepvriesje probeerde te proppen dat mijn diepvriesdeurtje half de geest gaf. Met het deurtje gaat nu opnieuw alles goed, voor zij die zich zorgen zouden maken. En voor wie zich afvraagt of baksels nog lekker zijn als je ze invriest: ja, dat zijn ze nog en voor bakverslaafde kotstudentes (en hongerige ouders in het weekend) is dat een ware zegen. 

Eén van mijn "joepie ik ben 20"-bakexperimentjes, waren deze cakepops. Gemaakt van een restje brownie en bosbessen, gecoat in carobefrosting en dat allemaal op een stokje. Zotte dinges.  



Bespaar me de commentaar: ik weet dat cakepops samen met woopies en cupcakes van die mode-baksels zijn, van die cakedingen waar de icing en rolfondant de cake overwoekerd hebben. Ik weet het   en ik heb het ook eerder voor wat authentieker gebak, maar het was mijn verjaardag. Ik had nood aan een kinderlijke bezigheid en dan is er weinig zo leuk als cake in bolletjes rollen en knoeien met chocoladesaus, toch?
Bovendien zag ik er nauw op toe dat de versieringsgraad van mijn cakepops nog binnen de perken bleef. Ze zien er nog net mooi genoeg uit om mee te geven als traktatie op een prinsessenverjaardagsfeestje, maar toch ook niet zo genânt meisjesachtig dat je ze als 20-jarige niet meer met trots op je blog zou durven zetten. Allé ja ...


Brownie-bosbescakepops met carobefrosting




  • Een restje (gezonde) brownie, bijvoorbeeld van dit recept
  • Blauwe bessen (uit de diepvries)
  • Frambozenconfituur
  • Carobeglazuur (recept hieronder)
  • Chocoladestukjes of -druppels


  1. Neem een restje cake en voeg een handvol (of meer) blauwe bessen toe. Als je cake erg droog was, zal je misschien nog wat frambozenconfituur moeten toevoegen.
  2. Vorm balletjes en hul deze in een laagje carobeglazuur. 
  3. Wikkel de balletjes in chocoladestukjes en stop er een leuk (en stevig!) rietje in.
  4. Laat het glazuur uitharden vooraleer je de cakepops aanvalt. 


Carobeglazuur

  • 3 eel gesmolten kokosolie
  • 1 el ahornsiroop
  • 1 el carobepoeder of cacaopoeder 
  • Snuf zout
Roer alles door elkaar en klaar!











zaterdag 20 februari 2016

Potjessalade

Het was een idee van mijn vriend. Eigenlijk was het een idee van weet ik veel wie. Een mens die op een goeie dag dacht “laat ik mijn sla in laagjes in een glazen pot schikken en dan kan ik die zo overal meenemen zo. Eureka!”

 Er bestaan nog verlichte zielen op deze planeet.

Wiens idee het ook was, het was niet het mijne en dat blijft een beetje pikken.

U moet immers weten dat glazen potten hetzelfde effect op me hebben dan K3-brooddozen op 4-jaar oude meisjes; stop er eender wat ik en ik zal het wel leuk of lekker vinden.

Wanneer het bokalen betreft, vertoont mijn gedrag veel gelijkenissen met dat van de gemiddelde 70-jarige bomma. Ik kan het niet over mijn hart krijgen ze in de glasbak te gooien. Ik houd elke pot bij, in de gedachte dat hij me ooit nog wel eens zal kunnen dienen. Ik kan bijna meedoen in zo'n "Extreme verzamelwoede"-programma op Vijf tv. 

Ooit gooide papa tijdens een grote zolderschoonmaak - hoewel ik betwijfel of het gewoon geen indirecte aanval tegen mijn verzameling betrof- mijn hele bokalencollectie bij het glas. “Dat staat hier al drie jaar en ge hebt die met moeite al twee keer gebezigd”. Intriest wist ik dat hij ongelijk had mijn glazen schat zo grofweg buiten te gooien.        

Die zomer droeg onze merbelanenboom meer zoetgele vruchtjes dan wij samen met de rest van mijn kleine familie en onze buren ooit zouden kunnen opeten. Confituur maken, leek de enige manier om alles te verwerken. Maar geen confituur zonder glazen bokalen om hem in te bewaren natuurlijk.

“Ja papa, mijn bokalen die ge allemaal hebt weggesmeten, die zouden nu wel van pas komen, niet? ". Papa lachte groen.

Die dag ging ik –bokalenkoningin van de streek- lege confituurpotten schransen bij de buren en mijn oma. De vernedering.

Hoewel papa sindsdien iets meer respect voor mijn glazen potpassie heeft, bedenk ik hem ervan stiekem nog steeds te snoeien in mijn verzameling. Het kan me minder schelen, want intussen bouwde ik op kot toch al een backup-collectie uit. Mij gaan ze niet meer liggen hebben.

Mijn bokaalliefde ten spijt, was ik er dus nooit opgekomen een slaatje in laagjes in een pot te stoppen. Eén van de meest fancy lunches die een mens mee kan nemen naar school of het werk. Geheel instagramwaardig en perfect om elke mens in uw omgeving teleurgesteld te laten zijn in zijn bokes met kaas.

In mijn hoofd spookte wel de vraag hoe men dat nu eet-technisch dient aan te pakken?  Die laagjes dat is allemaal wel schoon enzo, maar ik eet toch liever alles wat door elkaar in plaats van eerst een laagje sla, gevolgd door wat tomaatjes, een laagje komkommer, afsluitend met een bodempje dressing... Internetresearch wees uit dat het bokaalconcept meer iets voor de show is en dat je je slaatje nadien gewoon zonder enige vorm van élégance op een bord moet kappen. Blijft mij een beetje de vraag of dat dan wel allemaal zo praktisch is en of je dan niet beter gewoon je slaatje in een Tuperwarepotje meeneemt.

Maar goed, het is salade en het zit in een bokaal en dus zal u me niet horen klagen. Het oog wil nu soms eenmaal ook wat.



Salad in a jar

Voor 1 persoon met honger





  • 2 handenvol boerenkool
  • 1 handvol cranberries, liefst vers, gedroogd kan ook
  • 1/2 tl honing
  • 1 kop pompoenblokjes, uit de diepvries 
  • 1 handvol kikkererwten
  • Een restje gekookte rijst of quinoa, optioneel
  • Cayennepeper
  • olijfolie
  • Peper en zout
  • 1/2 avocado, in blokjes
  • 2 el pompoenpitten of andere pitten naar keuze
Voor de dressing
  • 1/2 tl mosterd
  • 1/4 avocado, gepureerd
  • 1/2 tl honing
  • 1 tl appelazijn
  • een scheutje water

  1. Haal de harde stengels van de boerenkool en snijd de kool in kleine stukjes. Doe de kool in een kleine mengkom en masseer ze ongeveer een minuutje met wat peper, zout en 1 el olijfolie. Het zal misschien wat onwennig aanvoelen daar zo sensueel die groene boerenkoolblaadjes te staan masseren, maar een korte massage zal die taaie groene blaadjes transformeren in gezonde, zachte smaakbommetjes, dus smijt al die gêne aan kant en masseer erop los!
  2. Spreid de kikkererwten uit over een bakplaat en druppel er wat olijfolie over. Kruid met flink wat peper, zout en een snuif cayennepeper. Schuif de bakplaat in onder de grill. Binnen zo'n 15 minuutjes, haal je knapperige kruidige kikkererwten uit.
  3. Als je verse cranberry's gebruikt, hussel je deze kort met een wat honing door elkaar en laat je ze 2 minuutjes garen in de microgolf. Gebruik je gedroogde cranberry's, dan kan je meteen naar de volgende stap.
  4. Verdeel de pompoenblokjes op een bordje en gaar ze in een viertal minuutjes in de microgolfoven. Kruid met peper en zout.
  5. En nu begint het leuke stuk:
    Neem je favoriete masonjar (het mag best een grote zijn). Meng alle ingrediënten voor de dressing door elkaar in de pot. Daarop komt nu een laagje kool, gevolgd door de pompoenblokjes. Weer een laagje kool, een laagje kikkererwten en een laagje avocadoblokjes. Aftoppen doe je met eventueel nog een laagje kool, de cranberry's en wat pompoenpitten. Je kan altijd voor nóg meer laagjes gaan, maar mijn geduld gaf het hier op.
  6. Sluit de pot en ga ermee op stap, want dat is tenslotte wat je met zo'n coole lunchbox hoort te doen. 








zaterdag 13 februari 2016

Spread the love

Heel lang geleden was er een bisschop die stiekem koppels trouwde, die volgens de Kerk beter niet als man en vrouw bestempeld zouden worden. De Kerk kwam daar achter en de bisschop werd - op 14 februari- onthoofd.

Die bewuste bisschop heette Valentijn. Het feest van de liefde was geboren. 

Hoewel Valentijn tegenwoordig meer commercieel gezwets dan een dag van liefde inhoudt, vind ik dat we deze dag niet zomaar voorbij mogen laten gaan. Niet dat ik voor al dat melig, romantisch koppeltjesgedoe preek, alles behalve. Wel vind ik dat dit een mooie dag is om iedereen die je lief is dat eens duidelijk te maken. 

Ik herinner me nog die ene Valentijnsdag in het tweede middelbaar, toen een meisje uit de klas iedereen met een hartvormige brownie verraste. Ik herinner me ook dat het pas door dit gebaar was dat ik besefte dat Valentijn een feest is voor iedereen, dus niet enkel het meisje-jongen-kaarsjes-en-kusjes-gebeuren. Dat browniehartje, dat me met zoveel liefde gepresenteerd werd, liet me inzien dat Valentijn een dag is waarop je je vrienden en familie eens kan zeggen wat ze voor je betekenen. Iets waar eigenlijk niet eens een speciale dag -laat staan een hoofdloze heilige- voor nodig zou moeten zijn, maar dat ter zijde. 

Moraal van mijn verhaal: spread the love en zeg het met een browniehartje!  

Browniehartjes met frambozen



  • 150g volkoren meel
  • 200g puur cacao-poeder 
  • 1 el (16g) bakpoeder
  • 1/3 tl (1g) stevija
  • 1 pot kikkererwten van 340g (giet het vocht niet weg!)
  • 1 kleine appel
  • 250g ontpitte dadels
  • 100g kokosolie, gesmolten
  • 1 el notenboter naar keuze
  • 1 tl vanille-extract
Voor de frambozencoulis
  • 1  kop frambozen uit de diepvries, ontdooid + een paar extra voor de afwerking
  • 1 el chia zaad (optioneel)
Werkwijze
  1. Zeef het meel, cacaopoeder en bakpoeder in een grote kom. Het zeven voorkomt dat je plots een brok bakpoeder in je brownie tegenkomt. Niet aangenaam, ik kan het u verzekeren. 
  2. Nu het deel dat je enorm aan dit recept zal doen twijfelen, maar vertrouw me: alles komt goed. Hier gaan we: Hang een zeef boven een pot, laat de kikkererwten in de zeef uitlekken en bewaar het vocht. Je hoef de kikkererwten ook niet te spoelen, zo vermijd je dat het kostbare vocht verloren gaat. "Gaan we nu serieus dat sap gebruiken?" Ja, dat zal de eitjes in de brownie vervangen. Ik herhaal: het komt allemaal goed.
  3. Klop het kikkererwtenvocht op met de stevia tot het eruit ziet als stevig opgeklopt eiwit. Net als echt eiwit is het klaar wanneer je de kom boven je hoofd kan houden zonder nadien te moeten douchen. 
  4. Doe de ontpitte dadels in een microgolfovenbestendig kommetje en voeg zoveel water toe tot ze helemaal onder staan. Laat de dadels ongeveer 2,5 minuten "garen" in de microgolfoven. Hierdoor zullen ze straks makkelijker de pureren zijn. Giet het water weg en laat de dadels uitlekken. 
  5. Doe de kikkererwten, samen met de appel (ongeschild, maar verwijder natuurlijk wel het klokhuis), de kokosolie, notenboter, uitgelekte dadels en het vanille-extract. Mix tot een gladde puree. 
  6. Meng  de kikkererwtenpuree onder het cacao-meelmengsel. Voeg het opgeklopte "eiwit" toe en meng het er stevig onder. Zorg dat alles mooi gemengd is. Het beslag zal behoorlijk stevig zijn, dit is normaal. 
  7. Bekleed een vierkante ovenschaal (ongeveer 25 bij 25) met bakpapier en vul ze met het browniebeslag.  Strijk de bovenkant mooi vlak. 
  8. Bak de brownie 30 minuten tot de bovenkant zo mooi begint open te scheuren, op 180°C. Elke oven is anders, dus controleer even met een naald  of hij niet te rauw meer is vanbinnen (je naald moet er niet droog uitkomen, want je wil de brownie wel nog een beetje smeuiig)
  9. Laat de brownie afkoelen op een rooster. 
  10. Maak intussen de frambozencoulis door de frambozen te pletten en er het chiazaad door te roeren. Bewaar even in de koelkast.  
  11. Neem een hartvormige cookie-cutter en steek een paar mooie hartjes uit je brownie. 
  12. Geef de hartjes zo weg of leg ze op kleine bordjes, lepel er een beetje frambozencoulis over en versier met een paar framboosjes.

    Fijne Valentijn! 
















zaterdag 6 februari 2016

Ontbijtvrijheid

Een week geleden verstootte ik na 7 weken eindelijk mijn bureaustoel, ontdeed ik me van de gewoonte om  voor het slapengaan een kwartiertje te huilen van frustratie en stookte ik met veel plezier de haard aan met onder meer mijn cursussen dierkunde, wiskunde en moleculaire biologie.

Oké, dat van dat verbranden, hoef je niet al te letterlijk te nemen. Zoveel ballen heb ik (net) niet. Maar mentaal heb ik die hoop gebladerte, die de afgelopen weken letterlijk geïmpregneerd raakte door zweet en tranen, meermaals verscheurd en verbrand. Ook de geest van de enthousiaste student heeft zo z’n limieten. 

Die verdomde examens zijn dus eindelijk achter de rug en ik ben daar nog niet weinig content over.

Al was het maar omdat ik nu eindelijk eens iets anders dan havermout met wortel en kaneel kan eten als ontbijt. U moet weten dat bijgelovige ik nu ongeveer 6 jaar geleden een artikel las over de slimme Zweedse kindjes die op school elke dag  dat bewuste haver-wortelontbijtje voorgeschoteld kregen. Dat artikel wees dat vreemde ontbijt aan als dé reden waarom het hier  slimme en geen domme Zweedse kindjes betreft. Voor mij was dit genoeg om sindsdien elke examenperiode, elke dag zonder uitzondering dit oranje papje naar binnen te spelen. In het middelbaar, met een examenperiode die maximaal 3 weken duurt, valt dat nog best mee.  Op de unief, waar een examen-/blokperiode gemiddeld 7 weken aanhoudt, kan dat bijgeloof-ontbijt al eens serieus beginnen tegen steken. Maar bijgeloof is bijgeloof en zonder mijn worteltjeshavermout, zou ik vast en zeker buizen, dus at ik van de eerste tot de laatste dag flink mijn kommetje leeg.

Sinds vorige vrijdag is er terug ontbijtvrijheid. Eindelijk.


Ik vierde mijn vrijheid met talloze ontbijtexperimenten, waarvan je het recept voor mijn huidige favoriet hieronder vindt: kokosamarantpudding met granaatappel en walnoot. Lekker romig en zoet en –in mijn situatie niet geheel onbelangrijk- compleet wortel- en havermoutloos.

Kokos-amarantontbijt met walnoot en granaatappel

Voor 2 ontbijtjes




  • 1 kop amarant, gespoeld
  • 1 kop kokosmelk
  • 1 kop water
  • Extra kokosmelk
  • Ahornsiroop
  • Granaatappelpitten
  • pompoenpitten
  • Walnoten


  1. Doe de amarant samen met de kokosmelk en het water in een kleine kookpot.
  2. Kook de pap zo’n 20 minuten op een middelhoog vuur, of tot ze mooi romig en gaar is. Roer regelmatig.
  3. Verdeel de pap over 2 kommen en roer er zoveel ahornsiroop door als je lief is.
  4. Giet er een klein beetje extra kokosmelk over en garneer met veel granaatappelpitjes, pompoenpitten en walnoten.