zaterdag 31 oktober 2015

Fastfood en flashbacks

Vakantie, ze lijkt alweer zo vreselijk ver weg …

Flashback.

Op een zondagavond in augustus, namen mijn vriend en ik de trein terug naar huis na een weekendje zee. We waren in een rush vertrokken en hadden ’s avonds dus nog niets kunnen eten. Geen ramp, alles behalve, want in mijn hoofd verheugde ik me al op het feit dat ik nu een goed excuus had om mezelf te trakteren op een sapje in die leuke sapbar in het station in Gent, onze tussenstop. Aangekomen in het station, tsjokte mijn vriend richting pitabar en ik richting mijn sapwalhalla. Niets in mijn hoofd had eraan gedacht dat zo’n sapbar iets kende als openingsuren…

Ik speurde het hele station af op zoek naar iets relatief gezonds, maar veel gezonder dan suikerwafels en ijs leek het niet te kunnen worden. Uitgehongerd, licht gefrustreerd ging ik dan maar wat klagen bij vriend in kwestie die op een bankje zat te genieten van zijn in zilverpapier gehulde kebab-wrap. “Dan maar geen avondeten”, zei ik meelijwekkend, waarop hij me aanspoorde eens in die pitazaak te gaan kijken. Ik heb nog nooit een voet richting een pitabar gezet. Die 2 grote draaiende vleeshompen, veelal door warmrood licht in de spotlight gezet, schrikten mijn vegetarische zelve steeds af. Dat ik daar zo een beetje eten ga gaan zoeken zeker, dat ziet ge van hier. Maar ik had honger. En honger drijft een mens tot de zotste dingen, dus stapte ik richting het menu-bord en onderzocht mijn opties. Tot mijn grote verbazing trof ik een vegetarisch broodje falafel aan. Oké dan maar. En voor het eerst in wel 6 jaar bestelde ik fastfood. Honger verdrijft principes.

Nogal argwanend zette ik me naast mijn vriend, die nog net geen foto’s begon te nemen  om dit legendarische moment (Anne-Sophie eet fastfood) vast te leggen, op het bankje. Ik opende mijn zilverpapiertje en zag… Groentjes, ofwa?! En nog redelijk veel groentjes ook. Ook qua smaak steeg dit broodje falafel in mijn achting en na enig geanalyseer, besloot ik dat dit op gezondheidsvlak veel erger had gekund.

Een openbaring en een aanrader voor hongerige, vegetrische reizigers dus. (Hoewel de sapjes toch nog steeds mijn voorkeur genieten hoor).

Deze vakantieherinnering indachtig, bekeek ik de pot kikkererwten die op mijn voorraadrek stond en wist ik wat me te doen stond. Zelf een broodje falafel ineen flansen en wel snel, want 45 minuten later moest ik alweer gewapend met pen en cursus in de les dierkunde zitten.

De kikkererwten vlogen met wat kruiden in de keukenrobot, de pan in ermee, broodje roosteren, groentjes erbij en klaar. Met nog 30 minuten over genoot ik op mijn gemakje van mijn eigen, gezonde broodje falafel en die leuke vakantieherinnering. De geweldige spreuk indachtig:

"Don’t cry because it’s over, smile because it happened."

Of hoe melig unief een mens kan maken.

Broodje falafel op een rappeke


-          1 pot kikkererwten
-          1 hand peterselie
-          1 takje munt
-          1 tl komijn
-          ½ tl cayenne
-          1/2 tl curcuma
-          1 gare zoete aardappel (in stukken snijden en 10 minuten in de microgolfoven)
-          1 tl ras el hanout
-          1 tl knoflookpoeder
Voor erbij
-          Volkoren pitabroodjes, geroosterd
-          Sausjes naar keuze: looksaus, veganaise, ketchup, sriracha…
-          Avocadoblokjes, fetablokjes…
-          Groentjes naar keuze: sla, tomaat, komkommer, fijngesneden rode kool, rode ui, wortelreepjes …

  1. Doe de gespoelde, uitgelekte kikkererwten samen met de zoete aardappelblokjes, peterselie, munt, komijn, cayenne, curcuma, ras el hanout, wat zout en knoflookpoeder in de keukenrobot. Mix op volle snelheid tot je een korrelig, doch kneedwaar deegje bekomt.
  2. Vorm kleine burgertjes van het kikkererwtenmengsel en bak deze in wat kokosolie in een antikleefpan.
  3. Stop je falafel samen met wat groentjes, een sausje naar keuze en eventueel wat feta of avocado in een volkoren pitabroodje en zet er met smaak je tanden  in. 

zondag 25 oktober 2015

Creepy karamel appels

Volgende week is het Halloween!

Ik herinner me nog die keer in de lagere  school, toen ik met een paar vriendinnen op trick-or-treat-ronde ging in ons dorp. We moesten aan iedereen die de deur opendeed, verbaasd 4 in heksen en zombies verkleedde kleine meisjes te zien, uitleggen waarom we nu juist voor hun deur stonden en het gerechtigd vonden snoep te eisen. Halloween was nog niet bepaald ingeburgerd, zeker niet in die tijd en in het boerendorp waar ik woon en de gemiddelde inwoner 79 jaar en slecht te been is. Onze snoepronde verloor dus wat van zijn charme. Maar goed, we kregen snoep, we waren blij.

Ik wilde altijd dat ik op 31 oktober heel even in Amerika kon wonen. Voor een klein kind leek die dag me de hemel, de topdag van het jaar. Als je het mag geloven, maakt elke oma en elk gezin op die dag een hele hoop zelfgemaakte Halloweensnoepjes klaar. Om ter lekkerst, om ter meest. Moet gewoon geweldig zijn als kind.

Dit jaar besloot ik zelf een Halloweenzoetigheid te maken en zo de echte Amerikaanse huismoeder in mezelf eens volledig te laten gaan. Ik struinde langs een heleboel overzichten op blogs en recepten op Pinterest en kreeg zo naderhand een beeld van de traditionele zoetigheden waarmee, de Amerikaanse kinderhandjes op 31 oktober gevuld worden.Peanutbuttercups, huisgemaakte snickers, heksenkoekjes en ander zoets in enge vormen. Eén ding sprong me meer dan de rest in het oog: karamel appels. Blijkbaar zijn deze een traditional op Halloween.

Nu wil het toeval dat ik gek ben op karamelappels. Nu ja, toch als die vergelijkbaar zijn met die rode kermisappels van bij ons, wat ik veronderstel. Traditioneel al ik 1 keer per jaar zo’n appel op  de kermis in onze stad. Helaas werden ze uit mijn leven verbannen door het ijzerdraadje dat nu voorkomt dat mijn tanden terug in konijnenstand gaan staan. Op de kermis lopen, die appels zien en weten dat ik er geen mag, het blijft altijd een pijnlijke zaak.

Mijn beslissing was dus snel gemaakt en ik begon  te experimenteren met gezonde karamel en appels. Uiteindelijk besloot ik dat een volledige appel in karamel hullen nogal een gedoe en verschrikkelijk onhandig was. Een gezellige karamel-appeldip leek me een zeer mooi alternatief.

Karamel en appels.
Gezond en ijzerdraad-proof.

Ikke blij.

P.S. Voor deze karamelappels hoeft het geen Halloween te zijn. Ze zijn op elke dag van het jaar verslavend lekker.

Gezonde karamel-appels



-          15 zachte, grote dadels, ontpit
-          2 el ahornsiroop
-      1 el amandelboter of gemengdenotenboter
-          Zeezout

-          2 erg lekkere, knapperige appels
-          Amandelschilfers, optioneel

  1. Snijd de dadels in stukjes, doe ze in een kommetje en zet ze half onder met water.
  2. Laat de dadels ongeveer een uurtje weken in het water. Ongeduldig? Ik ook, dus zet ik mijn potje altijd voor anderhalve minuut in de microgolfoven. Hetzelfde effect als weken, maar dan tien keer sneller.
  3. Voeg de ahornsiroop, notenboter en het zout toe aan je geweekte/verarmde dadels en mix in een kleine keukenrobot of met de mixer tot een mooie, gladde karamelkleurige dip. Vind je de dip wat te vast, voeg dan in kleine beetjes nog wat water toe.
  4. Snijd je appels in partje  en zet ze samen met de amandelschilfers en het kommetje karamelsaus op tafel.
  5. En nu: dippen maar! 



zondag 18 oktober 2015

Herfstige pasta-pesto voor weinig tijd

Ik beloofde u een recept met de Pea-Basil-pesto, waarover ik zo lovend was in mijn review. Mijn voorgevoel zei dat deze gezonde pesto in combinatie met pasta, pompoen, champignons en pitjes een match made in heaven zou zijn. Niet voor ’t een of ’t ander, maar ik zat er boesj op, zoals ze dat bij ons zouden zeggen.

Pasta en pesto zijn nooit een slecht idee. Het leuke eraan is dat je er kan bijsmijten wat je maar wil. Zo ontdekte ik ooit samen met een vriendin dat pasta-pesto en soepcroutons een eigenaardige maar zalige, crunchy combinatie is. Probeer het maar eens en u zult ons gelijk geven.

Voor deze pasta-pesto variant trok ik mijn diepvriezertje open. U moet weten dat ik de laatste tijd nogal diepvriesgroentengek ben. In de Colruyt kijken ze me altijd een beetje vreemd aan als ik een zak van elk product uit hun diepvriesgroentjesassortiment in mijn kar heb liggen. ’t Moest maar zo gemakkelijk niet zijn: vers en voorgesneden. Wat wil een gestresseerde student nog meer.  Thuisgekomen komt dan altijd die pijnlijke confrontatie met mijn veel te kleine diepvriesvakje. Dat ding opendoen is altijd een avontuur op zich en ik word immer uitbundig begroet door zakken soepgroenten, pompoenblokjes of peterselie die eindelijk een weg denken gevonden te hebben uit hun overbevolkte woonst. 

Dit is zo’n gerechtje dat echt alles heeft: het is snel klaar (in 15 minuutjes zit je aan tafel), boordevol lekkers, gezond en vegetarisch.

Perfect voor onverwacht bezoek op kot.

Herfstpasta met pesto, pompoen en boschampignons

herfstpasta met pompoen, gezonde pesto en boschampignons
Voor 2 hongerige personen

-          2 koppen pompoenblokjes, diepgevroren
-          1 el olijfolie
-          Tijm
-          Peper en zeezout

-          1 kop boschampignons, diepgevroren
-          4 koppen gare volkorenspeltpasta of een andere korte pasta naar keuze
-          1 potje pea-basil van Farm vegetables of andere lekkere pesto*
-          ½ el lookpoeder
-          Zwarte peper
-          1 el olijfolie
-          100g feta
-          Een flink hand pompoenpitten
-          Basilicum

  1. Bak de pompoenblokjes aan in de olie in de wok. Kruid met peper, tijm en zeezout.
  2. De champignons gaar je best in de microgolf. Je kan ze natuurlijk ook bakken, maar in de microgolf komen er meer sappen vrij die je pestosaus straks wat smeuïger kunnen maken. Stop ze dus 5 minuutjes in de microgolf en houd ze aan kant.
  3. En dan kunnen we al assembleren.  Doe de gare pasta in een serveerkom (of in de wokpan als die groot genoeg is en je op afwas wil besparen) en roer er het potje pea-basil-pesto door. Voeg vervolgens de olijfolie, pompoenblokjes en boschampignons (met het vrijgekomen vocht) toe en kruid met lookpoeder, peper en eventueel nog wat zout.
  4. Werk af met pompoenpitten, verkruimelde feta en basilicum.

*  In Gent vind je deze hier en hier




zondag 11 oktober 2015

Over Starbucks en equinoxen

Je kan er niet omheen: de Pumpkin Spice Latte. 

Is het niet op de reclameborden van Starbucks in het station of in de stad, dan is het wel op zowat elke Amerikaanse blog die je tegenkomt. En het is hen gelukt: ik ben geïntrigeerd. Hoe zou zoiets smaken? Als iedereeen daar zo een spel van maakt dan kan dat toch niet anders dan lekker zijn. Ik bedoel: voor die Amerikanen lijkt de herfst niet te beginnen op de dag vanaf wanneer de dagen beginnen korten (de equinox voor de kenners) maar op het moment dat Starbucks terug Pumpkin spice latte’s  serveert.




Het kleine, hebberige kind in mij kwam boven: ik wilde koste wat het kost ook zo’n Pumpkin Spice Latte. Een Starbucksfiliaal passerende, wilde alles in mij binnenstappen en me kei-fancy zo’n latte bestellen, zodat het mysterie daaromtrent voorgoed opgehelderd zou zijn. Ik was bijna binnen toen plots de lijst van Starbucksdrankjes met bijhorende calorieën mijn hoofd binnen zweefde. Moesten ze die lijst in het groot voor het raam van elke Starbucks hangen, zou de keten een pak minder klanten hebben. Zoveel calorieën (en geld, want voor een Starbucksdrankje tel je toch al gauw behoorlijk wat centjes neer) had ik er niet voor over. 

Licht triest fietste ik terug naar mijn kot en begon ik wat wiskunde te leren. Wiskundige theorieën werden echter al snel overstemd door een recept voor mijn eigen, gezondere Pumpkin Spice Latte. U moet weten dat ik dus geen idee heb hoe zo’n ding echt hoort te smaken, ik fantaseerde gewoon een beetje rond het concept en bedacht welke dingen ik daarin  zou smijten. Alleszinds al geen koffie, want die lust ik niet. Nu is een chai latte ook een concept op zich dat geen koffie, maar thee bevat. Mijn latte zou dus een la-thee worden. Daarna de kruiden: ik heb altijd iets gehad met de warme kruiden die gluhwein van gewone rode wijn onderscheiden, dus toen ik gluhweinkruiden zag staan in de supermarkt, wist ik dat die er ook in zouden gaan. Ik zocht me verder dood naar pompoenpuree, het key-ingriedient van dit drankje, maar kon het nergens vinden. De pompoenblokjes die zich nog ergens in mijn diepvriezertje verscholen, zouden de klus vast ook wel klaren. 

Terug van de winkel probeerde ik mijn wiskundeboeken te negeren en ging ik aan de slag. Een kleine 10 minuten later zat ik in de zetel, mét een dekentje en mijn eigen Pumpkin Spice la-thee, voorzien van zowel kokosroom, extra ahornsiroop, kaneel en rijk koffie-extract (ik hou niet van echte koffie, maar wel wat van het aroma. Zo een beetje als een kindje dat houd van Frutella’s, maar niet van fruit, ik weet het…) 

En toen…. Toen viel alles op zijn plaats. 
Die Amerikanen hadden verdorie gelijk. Warm kruidig, romig en zoet. Herfst in een mok, er is gewoon geen betere beschrijving voor.

Van nu af aan start mijn herfst ook met Pumpkin Spice Latte’s.
De boom in met die equinoxen.

Pumpkin spice la-thee


Voor 2 personen
-          250g pompoenblokjes uit de diepvries

-          3 el kokosbloesemsuiker
-          1 el ahornsiroop
-          Puur vanille extract
-          1 tl speculaaskruiden
-          Een snuifje zout
-          100ml heet water

-          400 ml havermelk
-          1 zakje glühwein kruiden (soort theezakjes, vind je onder meer bij Delhaize)
-          200ml sterke Earl Grey thee of espresso

-          Optioneel: kokosroom (geschraapt uit een blik koude kokosmelk), extra ahornsiroop, koffie-extract, extra kaneel
Start met het “maken” van de pompoenpuree: doe de bevroren blokjes in een microgolfovenbestendig potje en gaar ze gedurende ongeveer 6 minuten in de microgolfoven.
Maak intussen de la-thee:
Doe de kokosbloesemsuiker samen met de ahornsiroop, speculaaskruiden en het zout in een steelpannetje. Doe er het hete water bij en roer goed tot alles gemengd is tot een vrij lopende, zoete siroop.
Doe er de havermelk, Earl Grey of espresso en het zakje glühweinkruiden bij en verwarm het geheel tot het goed heet is.
De pompoenblokjes zijn intussen gaar. Doe ze in je blender en giet er de warme la-thee bij. Mix tot een mooie, smeuïge, oranje drank.
Verdeel de la-thee over 2 mokken en serveer desgewenst met wat extra ahornsiroop, een dot (kokos)room, wat extra kaneel en/of enkele druppeltjes koffie-extract.
Kruip gezellig onder een dekentje en geniet van de herfst.



dinsdag 6 oktober 2015

Review: Farm vegetables spreads

Afgelopen week ontdekte ik deze schattige potjes in een biowinkel in de stad . 


Ik weet niet wat het was. Ik zag hen. Zij mij en de klik was er. Zonder al te veel na te denken nam ik hen mee naar huis. Om een excuus te hebben om alle 3 de potjes die zelfde dag nog te mogen opendoen en te kunnen proeven, dacht ik dat ik er misschien maar een keer een review over moest schrijven. Dat is dan ook eens iets anders dan die recepten altijd. Bij deze: 

Wat? 
Farm vegetable spreads van Allos. Deze spreads zijn glutenvrij en geschikt voor veganisten. Ze beloven je 67% groenten en verder uitsluitend natuurlijke, biologische ingrediënten. 

Waar?
Ik kocht de potjes in Bioshop. Verder vind je hem ook bij Biovita en Ekoplaza. Deze spreads zijn blijkbaar vrij nieuw, dus waarschijnlijk vind je ze binnenkort wel in de meeste biowinkels.


Wat zit erin? 
bron: http://www.biovita-shop.be/nl/vegetarisch-broodbeleg/farm-vegetables-komkommer-munt-135g/details

De ingrediënten zijn wat mij betreft prima. Niets raars, geen E'tjes, noch palmvet of andere niet al te koosjere dingen. Bovendien valt op dat de spread ook effectief zijn naam waardig is: koop je bijvoorbeeld  de pompoenvariant, dan is het eerste (en dus meest dominante) ingrediënt ook effectief pompoen, iets wat van vele andere spreads niet gezegd kan worden. Dat we dat nog mogen meemaken. 

En hoe zit het met de centjes?
Voor 1 potje betaalde ik €2,49. Een schappelijke prijs, lijkt mij. Niet meer of minder dan je voor de andere gangbare spreads betaald en hier krijg je tenminste échte ingrediënten voor je geld.

Allemaal goed en wel, maar hoe zit het met de smaak?
Mijn favoriete puntje. Ik testte alle spreads speciaal voor jou zorgvuldig uit, voor dat soort zaken offer ik mijn graag op, je kent me. De conclusies:
  • Cucumber Mint
    Toen ik het potje opende, was ik eerder sceptisch. De spread zag er nogal wit en smakeloos uit, maar smaakte geheel anders. Friszurig deed hij me wat aan tzatziki denken. De munt meen ik wel nergens te bekennen, maar ik mis hem nu ook niet meteen. Een lekkere spread op een broodje met wat tuinkers, zwarte peper en komkommer, denk ik. 
  • Pumpkin ginger
    De lichtoranje kleur was veelbelovend en gezien ik gek ben op pompoen, was deze mijn intuïtieve favoriet. Dat was voor het proeven, want ik vond deze de minste van de drie. Ik denk dat ze wat te kwistig geweest zijn met die witte wijnazijn, waardoor hij mij aan die ouwerwetse, zurige sandwichspreads doet denken. Pumpkin ginger, het spijt me zeer, maar u bent niet meteen mijn ding. 
  • Pea basil
    Dit potje is mijn nieuwe verslaving. Zoooo lekker. Het smaakt net als pesto (en laat mij nu net licht pesto-verslaafd zijn), maar dan frisser en daarbij nog eens veel gezonder ook. Een topper die ik niet alleen op een broodje met tomaat en rucola, maar ook eens met wat pasta ga proberen.  
Conclusie
Deze spreads zijn een erg lekker en vooral gezond alternatief voor je boke met kaas of confituur. Ik ga de Cucumber Mint en Pea Basil zeker vaker kopen. En over mijn experimenten met die laatste hoor je later zeker en vast nog meer. 










zondag 4 oktober 2015

Het grote gooi-nooit-sappulp-weg-plan

In een van mijn vorige posts vertelde ik u over mijn ervaring met de sapcentrifuge.
Geen onaangename ervaring. Alles behalve.
Er was echter 1 probleem: verspilling.

Ik verklaar mij nader: pulp. Als je sapjes maakt, heb je daar behoorlijk wat groenten en fruit voor nodig. Het jammere is dat de centrifuge enkel het sap uit die vruchtjes gebruikt. “Het is daarvoor een SAPcentrifuge”, I know. 
De pulp blijft zielig en vergeten achter in het afvalbakje. En als ik spreek over pulp, dan bedoel ik véél pulp, want voor 1 glaasje sap, heb je zeker 2 glaasjes pulp. Niet bepaald een hoog rendement, als je het mij vraagt.

Ik kon het wegsmijten van al dat pulp niet langer aan en besloot iets te zoeken waarvoor die arme pulp nog zou kunnen dienen. Ik kwam opnieuw uit bij granola. Opnieuw, want van amandelpulp van mijn amandelmelk, maak ik ook steeds granola. De link is u wel duidelijk.

De ene hoop pulp, is natuurlijk de andere niet. Ik experimenteerde met de drie pulprestjes van de sapjes uit die bewuste sappost. Daarin bleken niet alle pulprestjes even bereidwillig tot het worden van granola. Ik wil hierbij iedereen ten strengste afraden ooit granola te maken van boerenkoolpulp. Been there. Done that. Failed.

Het meest geschikt, bleek de pulp van het oranje sapje. Daarin zaten worteltjes, appels en gember. De stap naar een carrotcake granola, was dan ook klein en meer dan geslaagd. Een kruidige granola die smaakt naar carrotcake. Heerlijk in wat natuuryoghurt, als topping op een verse fruitsalade of in wat havermelk.

Geef je pulp dus een tweede leven en maak granola! 
Precies een slogan voor de kringloopwinkel...

Carrotcake granola van sappulp




- 200g roggevlokken
- 100g havermout
- 1 el kaneel
- ½ tl zout
- 2 handenvol rozijnen of cranberries
- 2 handenvol walnoten
- 200g pulp van een zoet sapje waar bij voorkeur wortel in zat, bijvoorbeeld van mijn      oranje sap
- 3 el honing, rijst- of ahornsiroop
- 3 el gesmolten kokosolie

  1. Meng de havermout, roggevlokken, kaneel, rozijnen en het zout door elkaar. Meng er de pulp, honing en olie onder en roer stevig alles omhuld is door olie en honing en de pulp mooi verdeeld is.
  2. Spreid het granenmengsel dun uit op een met bakpapier beklede bakplaat en bak de granola gedurende 45 minuten op 180°C. Roer hem hierbij om het kwartier eens om.
  3. Haal de granola uit de oven en laat hem afkoelen. Daardoor hoort hij krokant te worden. Is dit niet het geval, stop je hem nog even in de oven.
  4. Bewaar de afgekoelde granola in een afgesloten doos.