zaterdag 31 augustus 2013

Het grote gooi-nooit-amandelpulp-weg-plan


Wat met de restjes amandelpulp van homemade amandelmelk ? Chocoladecruesli natuurlijk! 
Uit mijn post over amandelmelk zal wel al gebleken zijn hoezeer ik het weggooien van voedsel haat. Dat is een  immens probleem (laat ons wat overdrijven) als je amandelmelk (of gelijk welke andere notenmelk) maakt, aangezien je altijd notenpulp overhoudt waar - op het eerste zicht- weinig mee te beginnen valt. Ik maakte er al een 2e portie amandelmelk van, die het met wat extra smaakmakers prima deed hier bij ons thuis, maar ik had nog steeds wat pulp over.  Daar moest iets mee gedaan worden! 
Na er eens goed over nagedacht te hebben, besloot ik mijn restje amandelpulp te verwerken in cruesli. Niet zomaar cruesli, maar chocoladecruesli. U ken dat allemaal waarschijnlijk wel: de chococrunchy uit de Aldi (de favoriet van mijn papa) of de iets chiquere versie van Quaker of Kellogg’s. Allemaal super lekker, maar bomvol suiker, vet en andere dingen ik mijn nuchtere maag ’s ochtends (en niet alleen dan) liever bespaar.

Gelukkig voor de chococrunchyliefhebbers ( ik geef toe dat ik daar stiekem ook bij hoor), kan het ook anders. Met dit recept maak je niet alleen in no time nagenoeg exact dezelfde chocoladecruesli als uit de winkel, je kan er ook je overgebleven amandelpulp in kwijt én het is stukken gezonder. Bovendien is deze cruesli de ideale manier om wat superfoods in je ontbijt te verwerken, zoals cacaonibs, lijnzaad en zonnebloempitten. Ook hier weer geldt dat je met het recept naar hartenlust kan variëren, zolang je maar ongeveer dezelfde hoeveelheden vaste dingen en vloeistof behoudt.
-          Pulp van 100g amandelen= wat overschiet na het maken van amandelmelk
-          3 el gedroogde kokos
-          2 el boekweit
-          3 el roggevlokken
-          6 el havermout
-          3 el zonnebloempitten
-          3 el cacaonibs
-          1 klein handje hazelnoten of andere noten naar keuze, grof gehakt
-          Snuifje zout
-          1 el lijnzaad
-          6 kleverige dadels, in heel kleine stukjes
-          5 el heet water


  1. Meng het lijnzaad, de dadels en het water onder elkaar en laat even staan. Dit zal de “lijm” worden die de cruesli samenhoudt.
  2. Roer intussen alle overige ingrediënten door elkaar en roer er tot slot het lijnzaadpapje door.
  3. Verdeel de granenmix over een met bakpapier beklede bakplaat en druk goed aan.
  4. Bak de cruesli op 180°C in ongeveer 30 minuten goudbruin.
  5. Bewaar hem in een luchtdicht afgesloten pot.


 

vrijdag 9 augustus 2013

Homemade amandelmelk




Ik had er al veel over gelezen, maar er me nog nooit aan durven wagen: zelf notenmelk maken. Iedereen die het al eens zelf probeerde, beweert nooit nog tevreden te zijn met dat flauwe goedje uit de winkel. Ik drink al een paar jaar van die winkelnotenmelk en stelde me daar tevreden mee (niet veeleisend als we zijn). Toch begon het te knagen: “Zou dat echt zoveel lekkerder zijn?” En ook: “Notenmelk is toch wel behoorlijk duur, dus mocht ik dat zelf maken, zou dat wel weer wat geld uitsparen.”  U hoort mij waarschijnlijk al van kilometers ver afkomen. Ik moest het gewoon proberen, wie weet welke openbaring dat wel niet zou zijn.

Ik aan de slag. Het werd amandelmelk. “Nootjes weken in water, nadien het water weggieten, de noten afspoelen, mixen met ander water, door een zeef, gooi de pulp weg, de melk in een fles en klaar!”. Zo klonk het in de meeste recepten die ik op het net vond.
Ik zou mezelf natuurlijk niet zijn, mocht ik niet het één en ander aan dit, op het eerste zicht poepsimpel uitziende recept veranderen. Bij stap 1 ging het al mis. Ik ben nogal een zoetebekje, ziet u. Zo puur noten en water, ik dacht “ daar moet gewoon nog iets zoets in, iets gezonds natuurlijk…”. Een dikke minuut later lagen er een paar dadels tussen de amandelen in het water te baden.
Toen kwam stap 2. ‘ Giet het weekwater weg.’ ?!!
Huh? Excuseer? Waarom zou je dat water weggieten? Dat zit na een uur of langer weken toch ook al bomvol smaak en vitamientjes?  De nootjes gingen dus mét het weekwater in de blender.

Verder hield ik me behoorlijk aan de instructies. Resultaat: een heerlijke, volle romige melk met een pure amandelsmaak en lichtjes zoet door de dadels. Ik moet ze gelijk geven: zelfgemaakte amandelmelk smaak zóveel beter dan die uit de winkel!

 Ik schreef mijn receptje voor amandelmelk hieronder even voor jullie uit. Wil jij toch liever zonder dadels, of heb je een goeie reden om het weekwater toch weg te gooien (laat het me dan zeker weten), doe dan gerust.  Dit recept is de manier die ik het best vind, maar daarom hoef jij het zo nog niet te doen. Ik zou het natuurlijk wel leuk vinden, mocht je het zo eens proberen. :-)

Puur natuur amandelmelk


-          100g amandelen met vliesje
-          600 ml lekker water
-          4 à 5 ontpitte dadels, in hele kleine stukjes gesneden

  1. Laat de amandelen en de dadelstukjes minstens 30 minuten (mag ook een hele nacht) weken in het water.
  2. Doe de alles in de blender en mix op hoge snelheid tot het water de kleur van melk begint te krijgen en de amandelen getransformeerd zijn in minuscule kruimeltjes.
  3. Giet het mengsel door en zeef of kaasdoek en duw zoveel mogelijk ‘melk’ uit de amandelpulp.Ik gebruikte een zeef, maar er zaten wel nog wat amandelkruimeltjes in mijn melk. Als die kruimels je maar niks lijken, gebruik je dus best een kaasdoek of iets dergelijks.
  4. De witte vloeistof is de amandelmelk. Giet de melk in een mooie glazen fles en bewaar in de koelkast.


Zo, je eerste portie amandelmelk is nu een feit. Als je wil, kan je de melk nu nog mixen met wat smaakmakers naar keuze (zie lijstje hieronder). Houd je vooral niet in. Alles kan!

Nu was er wel nog 1 probleem. Op het einde zat ik met een zeef vol amandelpulp, die ik volgens de instructies van andere blogs gewoon weg moest gooien.  Als er nu één ding is waar ik echt een hekel aan heb, dan is het wel dingen weggooien. Met die pulp moest je toch nog wel iets kunnen doen? Ik besloot er een 2e keer melk mee te maken. Die 2e portie smaakte weliswaar niet even vol en romig als de eerste, maar door er wat extra smaakjes aan toe te voegen, werd het een zalig drankje. Ik voegde wat cacao en kaneel toe, maar laat je fantasie gerust de vrije loop. Probeer zeker de tips voor ander smaakjes van hierboven eens uit.

Nadien schoot er nog steeds pulp over, maar ik daarmee ga ik straks nog wat verder experimenteren. Ik houd jullie op de hoogte!

2e portie: chocolade-kaneel- amandelmelk

-          Pulp van 100g amandelen van de puur natuur-versie
-          300 ml lekker water
-          1 el rijststroop
-          1 el cacaopoeder
-          Mag, maar moet niet: snuifje kaneel, paar druppels vanille-extract
Ga net zo tewerk als daarnet: pulp + 300ml water in de blender, door de zeef en alle melk eruit duwen. Nu doe je er in wat je wilt (zie lijstje hierboven).
Voor de chocolade-kaneelversie blender je er gewoon de rijststroop, cacao, kaneel en vanille door.
Giet de melk in een glazen fles en bewaar in de koelkast. De melk blijft zeker nog een week goed.

zaterdag 3 augustus 2013

Voor de kokoskoekjesmonsters onder ons


Eén van de dingen waar ik als kind verzot op was, zijn kokosrotsjes. Gaf mij zo een doos en ik was content. Er bestaan natuurlijk gezondere dingen, dus probeerde ik de doos kokoskoekjes met veel moeite uit m’n gedachten te bannen en stelde ik me voorlopig tevreden met 1 of 2 koekjes.    
Nu dacht ik bij mezelf dat het toch wel fantastisch zou zijn, mocht er een kokoskoekje bestaan dat niet bulkt van suiker en vet. Een verantwoord kokoskoekje, stel je dat eens voor...
Na wat geëxperimenteer was dit koekje geboren: mijn veganistisch en suikervrij alternatief voor het traditionele koksrotsje, lekker krokant vanbuiten en zalig smeuïg vanbinnen. Oké, vetvrij zijn ze niet, maar ik gebruikte kokosolie (en niet eens zo veel), zowat het gezondste vet dat er bestaat omdat het niet als vet wordt opgeslagen, maar vrijwel direct kan worden omgezet in energie. Bovendien bestaat de olie voor meer dan 50% uit laurinezuur, wat het cholesterolgehalte niet verhoogt. Een wonderolietje dus, die kokosolie.


Qua smaak en textuur moeten deze verantwoorde koekjes zeker niet onderdoen voor hun traditionele tegenhanger. Een heerlijk knapperige buitenkant met een hart van pure, romige kokos. Zalig… Laat het kokoskoekjesmonster in je dus maar weer volledig gaan!

Gezondere kokoskoekjes


 Genoeg voor 12 kleine koekjes

-          80g geraspte kokos

-          40g volkorenmeel

-          ½ tl bakpoeder

-          Snuifje zout

-          3 el stevia

-          25g kokosolie

-          1 el rijststroop

-          3 el sojamelk

  1. Meng eerst alle droge ingrediënten door elkaar en roer er nadien de olie, de rijststroop en de sojamelk door zodat het een hanteerbaar deegje ontstaat.
  2. Verwarm de oven voor op 200°C en bekleed een bakplaat met bakpapier.
  3. Rol kleine bolletjes van het deeg en schik deze op de bakplaat. Duw de bolletjes een beetje plat, naargelang hoe dik je de koekjes wil. De koekjes behouden hun vorm in de oven, ze zullen niet rijzen of uitlopen.
  4. Bak de koekjes in 15 minuten goudbruin en laat ze daarna afkoelen op een rooster.
  5. Lekker bij ijs, fruit of gewoon bij een tasje yogi thee.